Sommige grote, vleesetende dinosaurussen zoals de Tyrannosaurus rex hadden oogkassen in de vorm van een sleutelgat, en reconstructies suggereren dat dit hen hielp om met meer kracht te bijten
Tyrannosaurus rex met zijn originele oogkas en oog (links) en een hypothetische reconstructie met een ronde oogkas en vergroot oog (rechts)
Stephan Lautenschlager, Universiteit van Birmingham
De oogkas van Tyrannosaurus rex speelde een belangrijke rol in hoe de gigantische carnivoren enkele van de krachtigste beten aller tijden ontwikkelden.
De schedels van sommige enorme, vleesetende dinosaurussen bevatten een raadselachtig kenmerk: in plaats van omdat het rond is, is de benige oogkas, ook wel de baan genoemd, de vorm van een sleutelgat.
“Orbitalen en ogen zijn bij dinosauriërs slecht bestudeerd in vergelijking met andere delen van hun anatomie”, zegt Stephan Lautenschlager van de Universiteit van Birmingham, VK, met name de variatie in baanvorm tussen dinosaurusgroepen.
Na onderzoek van de vorm van oogopeningen in dinosaurussen en hun verwanten, ontdekte Lautenschlager dat de meeste dieren in het onderzoek min of meer ronde banen hadden. De belangrijkste uitzonderingen waren grote carnivoren zoals volwassen T. rex, Skorpiovenator en Cryolophosaurus. Deze verre verwante carnivoren deelden allemaal de vorm van een sleutelgatbaan.
De ongebruikelijke opening in hun schedel kan het resultaat zijn van een evolutionaire afweging tussen grotere ogen en krachtigere bijtkrachten. Computermodellen suggereren dat een kleiner oog extra spieraanhechtingen in de schedel mogelijk maakte waardoor deze dinosaurussen sterkere beten konden ontwikkelen, terwijl een grotere baan, en dus een groter oog, niet veel extra voordeel zou hebben opgeleverd.
In stresstests van schedels met verschillende oogvormen waren de sleutelgatbanen beter in staat om de stress van hard bijten weg te nemen dan ronde.
“Ogen zijn fysiologisch erg duur en er is waarschijnlijk een compromis tussen grotere ogen krijgen, wat een beter zicht zou kunnen geven, versus stressvermindering”, zegt Lautenschlager, waarbij de laatste belangrijker is voor deze carnivoren.
De nieuwe studie heeft grote implicaties voor onderzoek naar hoe vleesetende dinosaurussen volwassen werden, zegt Andre Rowe van de Universiteit van Bristol, VK, die niet betrokken was bij het werk. De juvenielen van dinosaurussen zoals T. rex hadden cirkelvormige banen zoals de meeste andere dinosaurussen. Toen T. rex opgroeide, veranderden zijn schedelvorm en anatomie echter drastisch.
“Jongeren jaagden op behendige, kleine prooien, terwijl volwassenen grote prooien met een enkele beet afvuurden”, zegt Rowe, en de baan vorm speelde een rol in deze menuverschuiving.
Journaalreferentie: Communications Biology, DOI: 10.1038/s42003-022-03706-0
Het verhaal van het leven op aarde Elsa Panciroli bij New Scientist Live in oktober < p class="font-sans-serif-xxs--bold">